30 marketingtermen die elke marketeer moet kennen
Laatste update: 21.04.2020
30 begrippen uit de (mobile) marketingwereld uitgelegd in begrijpelijke taal. Marketingtermen die elke marketeer moet begrijpen om te overleven in een mobile-only wereld.
Dankzij technologie biedt mobiel adverteren een unieke combinatie van verschillende toepassingen. Denk aan interactiviteit, personalisatie, lokalisatie en het gebruik van internet op elke plek. Naast enerverende marketingcampagnes, zorgt het tevens voor een grote toestroom aan nieuwe Engelse terminologie en afkortingen.
30 marketingtermen die elke marketeer moet kennen:
#1 Publisher: De Engelse vertaling van ‘uitgever’. Een partij die één of meer boeken, tijdschriften, websites of apps beheert en medeverantwoordelijk is voor de contentontwikkeling van de titels.
#2 RTB (Real Time Bidding): De techniek waarmee uitgevers geautomatiseerd online advertentieruimtes aanbieden. Adverteerders kopen deze geautomatiseerd in via een online veilingsysteem.
#3 Premium inventory: Beschikbare advertentieruimtes (inventory) van groot formaat op een prominente plek. Premium inventory wordt meer beschouwd als kwalitatieve ruimte dan ‘gewone’ inventory. Eerder verkochten uitgevers premium inventory vooral in de vorm van deals. Tegenwoordig is een deel van deze inventory ook verkrijgbaar via de open veiling.
#4 Placements: De verschillende bannerposities op een website of in een app. Één website of app kan wel vijftig placements aanbieden.

#5 Programmatic Marketing: Één specifieke advertentie tonen aan één consument in één specifieke context. Dit wordt gedaan middels het gebruik van een geautomatiseerd online veilingsysteem (RTB). Met hulp van algoritmes en data laat het systeem automatisch de juiste advertentie zien aan de juiste persoon in die specifieke context. Combineer programmatic met mobiel en je genereert een meer kwalitatief, breder en groter bereik.
#6 DOOH (Digital Out of Home): Een digitale versie van de traditionele billboards en abri’s. Doordat veel van deze digitale schermen nu ook programmatic beschikbaar zijn, is het mogelijk real time schermen in te kopen. Verder is het mogelijk om verschillende vormen van targeting toe te passen zoals bijvoorbeeld weer- en tijd targeting. Nieuwsgierig naar toepassingen van DOOH? Bekijk de KNAB case.
#7 SSP (Supply-Side Platform): Een technologisch platform waarmee uitgevers de verkoop van hun advertentieruimtes automatiseren. Een SSP helpt uitgevers om een zo goed mogelijke prijs te verkrijgen voor hun impressies.
#8 DSP (Demand Side Platform): Een technologisch platform waarmee adverteerders geautomatiseerd advertentieruimtes kunnen inkopen (RTB) bij een publisher. Het stelt de adverteerder in staat om één advertentie aan één specifieke persoon in één specifieke context te laten zien, gebaseerd op data zoals locatie en surfgedrag. Een DSP staat tegenover een SSP, waarbij de DSP de vraagzijde vormt en de SSP de aanbodzijde.

Een DSP maakt het mogelijk dat een adverteerder geautomatiseerd een advertentieruimte kan inkopen bij een SSP. Sage + Archer is een DSP waarmee zowel mobile als DOOH ingekocht kan worden.
#9 Bid-request: Een verzoek van een SSP aan een DSP om real-time een advertentieruimte in te vullen. Het is een korte veilig van 100 milliseconden waar alle ontvangende DSP’s op de beschikbare advertentieruimte mogen bieden. De hoogste bieder mag een advertentie van zijn keuze direct plaatsen in de advertentieruimte. Het ontvangen van een bid-request en het beslissingsproces (bieden of niet) wordt het biedproces genoemd.
#10 Viewability: Een term die definieert in hoeverre een digitale advertentie zichtbaar is geweest. De internationale standaard schrijft voor dat een advertentie als viewable wordt beschouwd als 50% van de pixels minimaal één seconde aaneengesloten in beeld geweest is.
#11 Adserver: Met een adserver wordt allereerst bepaalt welke SSP recht heeft op de beschikbare advertentie. Wanneer dit bepaalt zal de adserver zorgen dat de advertentie van de SSP ook daadwerkelijk getoond wordt aan de gebruiker.
#12 API (Application Programming Interface): Een interface die commando’s geeft met programmacode aan software. Het zorgt ervoor dat je met software kan praten en je opdrachten kan geven. Voorbeelden hiervan zijn radio en weer API.
Het laatste gebruiken wij voor onder andere weertargeting. Hierbij geeft de weer API de opdracht om de weersvoorspelling voor een bepaalde locatie op te vragen, in combinatie met een bepaalde periode. Zo kan MobPro bij mooi weer aan gebruikers in de kustregio een andere boodschap laten zien dan gebruikers in steden. Lees meer over API’s.
#13 Conversational Advertising: Een vorm van advertising waarbij een chatbot wordt ingezet met als doel de doelgroep te identificeren, kwalificeren en te activeren. Zo wordt het serveren van een banner een tweezijdige ervaring waarin klant en merk informatie met elkaar delen.
#14 Contextual Advertising: Een vorm van advertising waarbij een advertentie inspeelt op de specifieke context waarin de doelgroep zich bevindt. Aan de hand van onder andere tijd- weer- en locatietargeting realiseerde Lipton op deze manier een hogere brand awareness dan in non contextual advertenties.
#15 SDK (Software Development Kit): Een digitale gereedschapskist met code tools waarmee developers een app kunnen bouwen, ook wel het framework van een app. Een app is doorgaans gevormd met verschillende SDK’s. Denk hierbij aan developer SDK’s en advertising SDK’s. Meer weten over beschikbare app marketing en monitoring tools? Lees ons app tools artikel.
#17 Attribution Window: Een gedefinieerde periode waarin een advertentieplatform kan claimen dat een click of een impressie op zijn platform heeft geleid tot een install of andere conversie. Bijvoorbeeld: adverteerder en uitgever spreken af een window te hanteren van 7 dagen.
Vervolgens weet de uitgever aan te tonen dat de gebruiker na het zien van een advertentie op het platform binnen de overeengekomen window de install doet, dan wordt de inspanning voor de install toegewezen aan die uitgever.
Elke partij hanteert zijn eigen periode. Zo hanteert Facebook een standaard window van 28 dagen, Google 30 dagen en kun je bij Twitter kiezen voor 1 dag, 7, 14 of zelfs 90 dagen.
#18 Short-termism (de Dashboard Fetisj): Het verschijnsel waarbij een marketeer vooral focust op korte termijn prestaties (bijv. maandelijks aantal behaalde conversies en een zo laag mogelijke cost per acquisition, of CPA) en minder op lange termijn performance (bijv. marktaandeel en mentale beschikbaarheid). Door de volledige focus op korte termijn, kan dit negatieve invloed hebben op lange termijn resultaten. Denk bijvoorbeeld aan een verslechterde merkreputatie, omdat het merk consumenten tot in den treure achtervolgt met advertenties – allemaal voor die éne sale.
#19 CDP vs DMP: Een CDP (Customer Data Platform) integreert alle interne en externe klantdata waarmee profielen en doelgroepen gecreëerd kunnen worden. Zo ontstaat er een eenduidig en zo compleet mogelijk klantbeeld. Hier kan vervolgens geautomatiseerd op ingespeeld worden, bijvoorbeeld in owned of paid media campagnes. Een DMP (Data Management Platform) is ingericht op basis van geanonimiseerde data zoals cookies en wordt vooral ingezet bij programmatic advertising en retargeting.
#20 MRAID (Mobile Rich Media Ad Interface Definitions): Een protocol voor een mobiele banner om Rich Media acties (expand, sluiten, etc.) te communiceren binnen apps. Als een banner niet MRAID compliant is, is de kans groot dat de advertentie niet naar behoren werkt.

#21 VAST: Een standaard die ervoor zorgt dat het in elk soort videoplayer kan worden afgespeeld. Het definieert hoe de videobanner moet worden afgespeeld. Veel uitgevers gebruiken een eigen soort videoplayer en spreken hierdoor een eigen taal. VAST is de standaard ‘taal’ die elke videoplayer begrijpt.
#22 Advertising ID: Een advertising identifier (ook wel IDFA of IFA) identificeert een mobiel apparaat voor reclamedoeleinden. Het is vergelijkbaar met cookies, echter cookies werken in-app niet. Elke smartphone heeft een unieke advertising ID en hierdoor is het mogelijk om één apparaat over verschillende apps te herkennen en te onderscheiden van andere apparaten. De advertising ID maakt het mogelijk voor een adverteerder om een mobiele consument in-app te retargeten met een advertentie.
#23 ASO (App Store Optimalisatie): Verbeteringen die ervoor zorgen dat een app beter in een app store gevonden wordt. Het wordt ook wel gezien als een nieuwe vorm van SEO (Search Engine Optimization) waarbij je de vindbaarheid van een website in de organische zoekresultaten van een zoekmachine verbetert. Net als bij SEO, heeft het als doel zo hoog mogelijk in de zoekresultaten te staan, zodat meer gebruikers de app zien en deze vervolgens downloaden. Naast ASO zijn er meer factoren die het succes van een app bepalen. Lees meer tips over app marketing.
#24 App Store Advertising: Het adverteren in de app store via een betaalde positie boven de organische ranking. Bij Android is het mogelijk om door middel van een Universal App Campaign in de Google Play Store te adverteren. Hier heb je echter weinig tot geen controle over. In de Apple App Store is het mogelijk om op zelf gekozen keywords te targetten in de IOS App Store. Naast goede keywords zijn er nog meer onderdelen die ervoor zorgen dat de doelgroep jouw app download. Bekijk het App Store Advertising artikel om achter deze onderdelen te komen.
#25 First price vs. Second price: Adverteerders bieden via geautomatiseerde systemen op beschikbare advertentieruimtes via een veiling. De adverteerder die deze veiling wint, betaalt een prijs. Deze prijs kan via twee manieren worden berekend: first price en second price.
- First price: Bij first price-veilingen betaalt de winnende adverteerder de volledige biedprijs van het hoogste bod.
- Second price: De prijs die je betaalt voor een reclamevertoning is volgens dit afrekenmodel niet de prijs die je biedt, maar de op één na hoogste prijs die is geboden, plus één cent.
#26 Private marketplace: Een onderlinge afspraak tussen uitgever en een of meerdere adverteerders om afspraken te maken over positie of prijs, zonder de voordelen van een geautomatiseerde veiling te verliezen.
#27 Tech (/Data) stack: Een tech stack of data stack is een verzameling van verschillende technologieën, tools, software en databases die gebruikt worden om een web of app platform draaiende te houden. Voor de meeste bedrijven omvat dit o.a. een CMS, CRM-software, marketing automation platform, attributie en monitor tools en een project management programma. Bekijk hier een video of het managen van app data/
#28 Paid vs Owned Media: Paid media zijn alle vormen van media waarbij er een betaling plaatsvindt om bereik te realiseren. Denk bijvorbeeld aan display advertenties, DOOH en gesponsorde social media posts. Onder owned media vallen alle vormen van media die kosteloos zijn voor het bedrijf. Dit is bijvoorbeeld de nieuwsbrief, website, een eigen pagina op een social media platform of aan pushnotificaties.
#29 AVG / GDPR: De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is een privacywet die geldt in de hele Europese Unie (EU). Dankzij de AVG is de bescherming van persoonsgegevens in alle landen van de EU op dezelfde manier geregeld en gelden in elke lidstaat dezelfde regels. Dit heeft onder andere invloed op cookiegebruik binnen digitale marketing.
#30 Virale Marketing: Bij virale marketing draait het om een bedrijfsgerelateerde boodschap die gedeeld wordt door de doelgroep. Zo ontstaat er engagement tussen het bedrijf en de doelgroep en realiseer je als merk ‘gratis’ publiciteit. TikTok is op dit moment een veelgebruikt platform voor virale marketing. Door middel van hashtags kan de doelgroep zo zelf originele content genereren wat aansluit bij het bedrijf.
Tell me more!
Op de hoogte blijven van nieuwe cases? Laat jouw e-mailadres achter om relevante content te ontvangen of om een keer vrijblijvend te sparren met één van onze specialisten.